Digitale tweeling helpt hart- en vaatziekten voorkomen
Vier nieuwe onderzoeken gaan van start om hart- en vaatziekten sneller te herkennen en behandelen.
Het gaat om Big Data-onderzoeken: een nieuw type onderzoek dat vaak meer informatie oplevert. Ze worden gedeeltelijk gefinancierd door de Hartstichting.
Digitale tweeling van jezelf
Een van de onderzoeken bestaat uit het bouwen van een digitale tweeling, MyDigiTwin. Deze wordt gebouwd met kunstmatige intelligentie vanuit gegevens van honderdduizenden mensen. Het doel is dat je daarmee beter kunt bepalen wat je kans is op hart- en vaatziekten. Ook kan zo’n digitale tweeling je motiveren om te kiezen voor een gezonde leefstijl.
Inzicht in gezondheid door digitale tweeling
Professor Dr. Pim van der Harst van het Universitair Medisch Centrum Groningen leidt het onderzoek. Hij legt uit: "We maken een platform waar mensen via een app een digitale tweeling van zichzelf kunnen bouwen. Je gebruikt daarvoor je eigen gezondheidsgegevens én gegevens uit grote, langdurige gezondheidsonderzoeken. Zo krijg je inzicht in de gezondheid van je eigen hart en het effect van je leefstijl op je hart."
Veilige app
De data in de app zullen niet herleidbaar zijn naar personen. Het platform is een soort knooppunt dat alleen berekeningen van je risico uitwisselt.
Het zou prachtig zijn als mensen de signalen van hart- en vaatziekten zelf al in een vroeg stadium kunnen herkennen. Ze kunnen dan op tijd naar de arts. Het MyDigiTwin-platform kan daaraan een belangrijke bijdrage leveren. Zo kunnen hart- en vaatziekten beter worden voorkomen.
De andere onderzoeken
De drie andere Big Data-onderzoeken richten zich op:
- Het ontwikkelen van een gepersonaliseerde virtuele coach die mensen helpt met stoppen met roken.
- Het achterhalen van risicogroepen voor hart- en vaatziekten en het maken van een elektronische leefstijlcoach die therapietrouw bevordert.
- Het ontwikkelen van een platform waar patiënten zelf metingen kunnen doorgeven. Om te achterhalen hoe kwetsbare groepen en het zorgpersoneel optimaal betrokken en verbonden worden bij de zorg.
