Professionals.Hartstichting.nl wordt geladen

Dekkerbeurzen voor klinische onderzoekers

Junior Clinical Scientist

  • Nick Nurmohamed (Amsterdam UMC)

    Hartinfarct en oorzaken daarvan

    Arts-onderzoeker Nick Nurmohamed onderzoekt hoe je simpel kunt bepalen of iemand ontstekingen in de kransslagaders heeft. Dit maakt het mogelijk om mensen beter te behandelen en zo een hartinfarct te voorkomen. 

    Kwetsbare plaques
    Veel mensen krijgen ondanks behandelingen tegen een hoge bloeddruk en een hoog cholesterol alsnog een hartinfarct. Deze mensen blijken vaak vernauwingen – plaques – in hun kransslagaders te hebben die ontstoken zijn. Deze kwetsbare plaques zorgen voor een hoger risico op een hartinfarct. Vrouwen en mensen met bepaalde etnische achtergronden lijken zelfs extra risico te lopen op een hartinfarct door deze ontstekingen.

    Plaques ontstaan door slagaderverkalking, een ziekteproces waarbij bloedvaten langzaam vernauwd raken. Een hoge bloeddruk en een hoog cholesterol versnellen slagaderverkalking, maar sommige mensen krijgen eerder een hartinfarct dan anderen. Ontstoken plaques spelen hierbij een belangrijke rol. Maar op dit moment zijn er geen methoden om deze ontstoken plaques betrouwbaar op te sporen.

    Speciale software
    Met zijn onderzoek wil Nick Nurmohamed juist deze ontstekingen aanpakken. Daarvoor wil hij eerst de opsporing van mensen met veel ontstekingen in hun kransslagaders verbeteren. Vooral bij hen kunnen nieuwe medicijnen tegen ontstekingen een hartinfarct voorkomen.

    Hiervoor gaat hij CT-scans van de kransslagaders van het hart uitgebreid analyseren met speciale software. Zo wil hij een score ontwikkelen, waarmee artsen simpel per patiënt kunnen bepalen of iemand door ontstekingen in de kransslagaders een hoog risico heeft op een hartinfarct. Mensen met deze ontstoken plaques kunnen dan beter behandeld worden met medicijnen die ontstekingen afremmen.

  • Bashar Hilderink (Erasmus MC)

    Hartoperaties verbeteren

    Jaarlijks ondergaan 14.500 mensen in Nederland een openhartoperatie. Ruim een derde van hen loopt hierbij schade aan de organen op. Dit komt doordat bij hen de organen te weinig zuurstof kregen omdat de bloedsomloop tijdens de operatie niet optimaal was. Eén tot twee op de honderd van deze mensen overlijd hier zelfs aan.

    Orgaanschade voorkomen
    Tijdens een operatie kunnen artsen de bloedsomloop ondersteunen met een infuus, medicijnen die de bloeddruk verhogen, bloedtransfusies en ondersteuning van het hart. Er bestaat op dit moment alleen geen goede test om vast te stellen of de bloedsomloop goed genoeg is om organen van zuurstof te voorzien. Hierdoor krijgen sommige patiënten te weinig van deze hulpmiddelen en andere patiënten juist teveel. Beide kan leiden tot orgaanschade.

    Hoeveelheid zuurstof meten
    Bashar Hilderink van het Erasmus MC Rotterdam wil met een nieuwe techniek zorgen dat bij elke patiënt de bloedsomloop optimaal is. “Ik ga rechtstreeks in de cellen de hoeveelheid zuurstof meten” legt Hilderink uit. “Ik verwacht dat de arts aan deze meting veel beter kan aflezen of de bloedsomloop extra ondersteuning nodig heeft en vervolgens de juiste maatregelen kan nemen.” Hiermee verwacht Hilderink dat er minder mensen orgaanschade krijgen en dat ze beter en sneller herstellen na een openhartoperatie.

    Oog voor de verschillen
    Hij verwacht dat met name vrouwen hier veel baat bij zullen hebben. Vrouwen hebben meer kans op het optreden van orgaanschade en overlijden vaker na een openhartoperatie. Dit komt waarschijnlijk doordat de manier waarop de arts nu de bloedsomloop beoordeelt is gebaseerd op onderzoek dat vroeger vooral op mannen is gedaan. Vrouwen krijgen daardoor waarschijnlijk onnodig veel ondersteuning van hun bloedsomloop. In dit nieuwe onderzoek heeft Hilderink juist oog voor verschillen tussen mensen: “Ik verwacht dat we met deze nieuwe zuurstofmeting iedereen de behandeling kunnen geven die diegene nodig heeft”.

Clinical Scientist

  • Samuel Heuts (Universiteit Maastricht)

    Hartinfarct en oorzaken daarvan

    Een bypassoperatie is bedoeld om een toekomstig hartinfarct te voorkomen. Toch kan juist dóór deze ingreep soms een hartinfarct ontstaan. Cardio-thoracaal chirurg in opleiding dr. Samuel Heuts onderzoekt hoe je zo’n hartinfarct dan het beste vast kunt stellen.

    In Nederland krijgen ruim 7000 mensen elk jaar een bypassoperatie. Tijdens zo’n operatie maakt de hartchirurg een omleiding om een ernstig vernauwde kransslagader heen. Dit herstelt de bloedtoevoer naar het hart. Helaas kan er tijdens zo’n operatie ook een kransslagader afgesloten raken. Dan ontstaat juist wat de operatie moest voorkomen: een hartinfarct.

    Moeilijk vast te stellen
    Het is niet gemakkelijk om een hartinfarct vast te stellen tijdens een bypassoperatie. Het hart loopt dan namelijk altijd een beetje schade op en er zullen altijd afbraakstoffen worden uitgescheiden. Dat komt doordat de hartchirurg in de bloedvaten op het hart snijdt en het hart ook wordt stilgelegd. De hart-longmachine neemt de werking van het hart en de longen dan tijdelijk over.

    Hartschade voorkomen
    Voor de patiënt is het belangrijk dat de artsen het hartinfarct zo snel mogelijk diagnosticeren en behandelen. Het is alleen niet duidelijk hoe dat het beste kan. Daarom gaat Samuel Heuts onderzoeken met welke afbraakstoffen in het bloed je het beste een hartinfarct rondom een operatie opspoort, en welke afkapwaarden in deze bijzondere situatie gelden. Hij gaat ook bekijken of mannen en vrouwen bij een hartinfarct evenveel van deze eiwitten in het bloed hebben of juist niet.

    Als artsen snel kunnen vaststellen of er een kransslagader afgesloten is geraakt tijdens een bypassoperatie, kunnen ze de afsluiting snel verhelpen. Dit voorkomt hartschade en mogelijk zelfs dat het hart daardoor later slechter gaat pompen (hartfalen).

Senior Clinical Scientist

  • Menno Douwes (UMCG)

    Vaatziekten

    Pulmonale arteriële hypertensie is een ernstige ongeneeslijke ziekte waarbij de bloeddruk in de longen te hoog is. De rechter hartkamer kan hier maar moeilijk tegenin pompen en gaat uiteindelijk falen. Zowel pulmonale arteriële hypertensie als rechter hartfalen zijn ongeneeslijke ziektes.

    Nog geen genezing
    Er zijn medicijnen die de longvaatziekte kunnen afremmen en daardoor rechter hartfalen kunnen vertragen, maar ondanks die medicijnen is er een groot aantal patiënten wat aan de ziektes overlijdt of een long- of harttransplantatie moet ondergaan. Er zijn nog geen medicijnen of ingrepen die de ziektes kunnen voorkomen of genezen.

    Nieuwe behandeling
    Kindercardioloog dr. Menno Douwes gaat daarom op zoek naar nieuwe manieren om de ziekte te behandelen. Hij wil zich daarbij richten op het soepeler maken van de grote longslagaders.

    ”We weten dat bij deze ziekte de longslagaders stijver en stugger worden”, legt Douwes uit. “Daardoor verandert de bloedstroom verderop in de kleinere vaatjes waardoor de ziekte zich daar sneller ontwikkelt. Ook weten we dat stijvere longslagaders het werk van de rechter hartkamer zwaarder maken, met hartfalen als gevolg.”

    Langer leven met betere levenskwaliteit
    Douwes wil uitzoeken welke ziekteprocessen ervoor zorgen dat de longslagaders stijver worden. Hiervoor gaat hij onder andere het bloed van kinderen met deze longvaatziekte onderzoeken op signaalstofjes. “Als ik precies weet welke ziekteprocessen zorgen voor de verstijving, kunnen we uiteindelijk een behandeling ontwikkelen die deze processen tegengaat. Dan kunnen we pulmonale arteriële hypertensie en rechter hartfalen afremmen of misschien zelfs voorkomen. Patiënten kunnen dan langer leven met een betere levenskwaliteit.”

    portret Dekkerlaureaat Dr. Menno Douwes, UMC Groningen
  • Tim van de Hoef (UMC Utrecht)

    Hartinfarct en oorzaken daarvan

    Jaarlijks krijgen cardiologen in Nederland meer dan 180.000 nieuwe patiënten met pijn of kramp op de borst te zien. Deze kramp, die angina pectoris heet, kan ontstaan door zuurstoftekort in het hart. De bekendste oorzaak hiervan is een vernauwing in een van de kransslagaders die de hartspier van bloed voorzien.

    Een patiënt met zo’n vernauwing krijgt medicijnen, een dotterbehandeling of een operatie om het op te lossen. Maar bij ongeveer de helft van de mensen met hartkramp die hiervoor een hartkatheterisatie ondergaan is er geen vernauwing in de kransslagaders te vinden. “Dat lijkt goed nieuws” legt interventiecardioloog Dr. Tim van de Hoef uit, “maar deze mensen behouden hun klachten en hebben een hogere kans om vroegtijdig te overlijden”.

    Het is bij deze patiënten lastig om de oorzaak van de klachten te achterhalen. Zo zijn sommige tests vervelend voor de patiënt, bijvoorbeeld wanneer de arts met een katheter in het hart metingen doet en het hart moet uitdagen om de bekende pijn op te wekken.

    Andere tests zijn moeilijk te interpreteren, zoals het langdurige hartfilmpje (ECG) dat mensen thuis kunnen dragen. Van de Hoef wil deze tests verbeteren met behulp van kunstmatige intelligentie. Van de Hoef: “Ik ga zorgen dat computers gaan leren van gegevens om steeds beter te worden in het vinden van patronen en overeenkomsten. ‘Deep Learning’ noemen we dat. Hierdoor kan de computer straks beter de diagnose stellen dan wanneer een arts de test beoordeelt.”

    Hij wil hiermee zorgen dat patiënten straks eerder de juiste diagnose krijgen. Zo kunnen ook de mensen zonder vernauwing in de kransslagaders snel en goed behandeld worden.

Dekkerbeurzen voor niet-klinische onderzoekers

Postdoc

  • Kirby Lattwein (Erasmus MC)

    Hartoperaties verbeteren

    Een gel met superkleine gasbelletjes en medicijnen naar de plek van een ontsteking sturen met ultrageluid. Dat zou een unieke manier zijn om hartontstekingen door bacteriën te behandelen. Biomedisch technoloog/onderzoeker dr. Kirby Lattwein van het Erasmus MC wil dat mogelijk maken.

    Bacteriën in de bloedbaan kunnen in het hart of op de hartkleppen terechtkomen. Daar kunnen ze ontstekingen veroorzaken. Voor mensen die al hartproblemen hebben kan zo’n infectie levensbedreigend zijn. En vooral ook voor mensen met bijvoorbeeld een kunstklep.

    Langdurige behandelingen met antibiotica kunnen zo’n infectie niet altijd goed verhelpen. Deze medicijnen kunnen de bacteriën niet goed doden, zeker niet als er een beschermlaag om de bacteriën heen zit. Bacteriën met zo’n beschermlaag zijn ook lastig operatief te verwijderen. Infecties kunnen daarom ook na behandeling weer terugkeren.

    Kirby Lattwein wil een unieke oplossing voor dit probleem ontwikkelen: een gel met minuscule gasbelletjes en medicijnen. Met ultrageluid kan je deze belletjes activeren door ze te laten trillen. De trillende gasbelletjes kunnen door de beschermlaag om de bacteriën dringen en de bacteriën direct doden. De komende jaren gaat ze de werking van deze gel ook onderzoeken.

    Het is de bedoeling dat chirurgen deze gel uiteindelijk tijdens hartoperaties kunnen toepassen. Zo worden bacteriën gedood en infecties of nieuwe infecties voorkomen.

  • Eline Vinke (Erasmus MC)

    Vaatziekten

    Veel mensen krijgen een beroerte of dementie doordat de kleine hersenvaten ziek worden. Er is echter nog onvoldoende bekend over hoe je deze ziekte vaststelt en wat het verloop is. Technisch geneeskundige dr. Eline Vinke (Erasmus MC) wil hier verandering in brengen met haar onderzoek.

    Kleine hersenvaten zijn niet te zien op hersenscans. De gevolgen van schade aan deze hersenvaten wel. Op MRI scans kunnen artsen allerlei verschillende afwijkingen zien. Zo kunnen de met vocht gevulde ruimtes rondom de bloedvaten vergroot zijn. Of er zijn hele kleine bloedingen of infarcten te zien, of veranderingen in de witte stof, die hersencellen met elkaar verbindt.

    Bij mensen die trager gaan denken en moeite krijgen met de planning van taken, is vaak sprake van schade aan de kleine hersenvaten. Maar welke schade voor welke klachten zorgt, is onbekend. Bepaalde schade op een MRI-scan kan bij de ene persoon wel gepaard gaan met klachten en bij de andere niet. Daarnaast is het nog niet mogelijk om te voorspellen hoe ziekte aan de kleine hersenvaten verloopt. Dit maakt het ook moeilijk om te onderzoeken welke behandelingen of leefstijlveranderingen erger kunnen voorkomen.

    Eline Vinke wil de diagnose van ziekte aan de kleine hersenvaten verbeteren en het verloop van de ziekte kunnen voorspellen. Ze gebruikt hiervoor MRI-scans van 4500 gezonde proefpersonen die onderzoekers langdurig volgen en van bijna 700 mensen die een geheugenpoli bezoeken. Ze kijkt welke verschillende veranderingen op de MRI-scans samengaan met bepaalde klachten en welke mensen een beroerte of dementie krijgen. Door deze gegevens met software te analyseren hoopt ze te ontdekken hoe de ziekte stapsgewijs steeds erger wordt.

    Eline wil uiteindelijk kunnen voorspellen welke mensen bijvoorbeeld binnen 2 jaar een beroerte of dementie kunnen krijgen door zieke kleine hersenvaten. Juist deze mensen zullen het hardst behandelingen nodig hebben.

  • Steven Hageman (UMC Utrecht)

    Hart- en vaatziekten voorkomen

    Een hindoestaanse vrouw van 60 en een witte man van 40 die een hartinfarct hebben doorgemaakt krijgen momenteel beiden dezelfde medicatie om een volgend hartinfarct te voorkomen. Omdat zij hier mogelijk niet evenveel baat bij hebben, moet dit anders. Daarom werkt arts-onderzoeker dr. Steven Hageman (UMC Utrecht) aan een digitale beslishulp waarmee artsen de behandeling kunnen afstemmen op de patiënt.

    Hart- en vaatpatiënten krijgen medicijnen voorgeschreven om een volgende hart- of vaatziekte te voorkomen. Vaak slikken grote groepen mensen dezelfde medicijnen, terwijl elke patiënt anders is. “Als we iedereen op maat zouden behandelen, afgestemd op de persoon, kunnen we veel meer volgende hart- en vaatziekten voorkomen”, licht Steven Hageman toe. Een individuele behandeling is niet alleen beter voor de patiënt, maar het voorkomt ook onnodige behandelingen en kosten.

    Steven Hageman gaat daarom een digitale beslishulp ontwikkelen, die gekoppeld is aan het elektronisch patiëntendossier. Huisartsen en specialisten kunnen ermee berekenen wat iemands risico is om binnen 10 jaar opnieuw een hart- of vaatziekte te krijgen. En hoeveel meer jaren iemand zonder deze ziekten kan leven als deze persoon medicijnen inneemt en/of de leefstijl aanpast.

    De beslishulp kan het risico op hart- en vaatziekten voor vrouwen en mensen met verschillende etnische achtergronden ook veel beter bepalen dan de huidige voorspelmodellen. Dat komt omdat Steven Hageman de gezondheid van miljoenen mensen analyseert die in langdurige onderzoeken worden gevolgd. En omdat hij de voorspelmodellen uitgebreid test in verschillende etnische groepen en nog beter kijkt naar man-vrouw verschillen. De beslishulp zal ook online beschikbaar komen zodat patiënten deze ook zelf kunnen gebruiken.

  • Mark Bakker (UMC Utrecht)

    Vaatziekten

    Waardoor komt er een zwakke plek in een bloedvat in de hersenen? En waardoor ontstaat er een uitstulping uit en barst die uiteindelijk? Geneticus dr. Mark Bakker (UMC Utrecht) wil dit ontrafelen om medicijnen tegen hersenbloedingen mogelijk te maken.

    In een bloedvat in de hersenen kan een zwakke plek ontstaan die langzaam uitstulpt. Zo’n aneurysma kan scheuren, waardoor een levensgevaarlijke hersenbloeding ontstaat. Ongeveer 3% van de volwassenen heeft zo’n aneurysma. Vaak ontdekken artsen een aneurysma bij toeval.

    Veel mensen met zo’n aneurysma worden niet geopereerd. Het risico op scheuren en dus op een bloeding is vaak kleiner dan de risico’s van een operatie. Maar veel mensen hebben daardoor wel het gevoel met een ‘tikkende tijdbom’ te leven. Er zijn geen medicijnen die kunnen voorkomen dat een aneurysma groeit en barst.

    Wetenschappers weten niet hoe een zwakke plek in het hersenbloedvat ontstaat en waardoor deze groeit en uiteindelijk scheurt. Wel is bekend dat het vrouwen vaker overkomt dan mannen. Rokers en mensen met een hoge bloeddruk lopen ook meer risico.

    “Gelukkig zijn er al veel factoren in het DNA ontdekt die een rol spelen bij deze aneurysma’s. Van bepaalde factoren weten we wat ze doen in ons lichaam. Zoals onze bloeddruk regelen of eiwitten aanmaken die betrokken zijn bij epilepsie”, licht Mark Bakker toe. “Juist door deze ontdekkingen kan ik de oorzaken van aneurysma’s beter onderzoeken.”

    Mark gaat onder andere bestuderen wat er precies mis gaat in verschillende bloedvatcellen. Zo kijkt hij naar de cellen die bloedvaten van binnen bekleden. Hij heeft namelijk aanwijzingen dat zwakke plekken sneller ontstaan als deze cellen niet goed werken. Ook onderzoekt hij of de gevonden oorzaken net zo’n belangrijke rol spelen bij vrouwen als bij mannen. En of er verschillen zijn tussen aneurysma’s die heel zijn gebleven en aneurysma’s die zijn gebarsten.

    “Als je weet welke processen hersenbloedingen veroorzaken, weet je waarop toekomstige medicijnen zich moeten richten”, licht Mark toe. Met zijn onderzoek hoopt hij daar een belangrijke bijdrage aan te leveren.

Senior Scientist

  • Sander Kooijman (LUMC)

    Hartinfarct en oorzaken daarvan

    Elke dag belanden 650 mensen met een hart- of vaatziekte in het ziekenhuis en sterven ruim 100 mensen aan deze aandoening. Het meest voorkomende onderliggende probleem is slagaderverkalking. Daarbij ontstaat er een verdikking van de bloedvatwand, een zogenaamde plaque, waarin zich vetten zoals cholesterol en ook ontstekingscellen ophopen. Naarmate een plaque groter wordt kan deze scheuren, waardoor er een bloedstolsel ontstaat dat de slagader afsluit. Dit kan onder andere een hart- of een herseninfarct veroorzaken.

    Koud douchen
    Bruin vetweefsel is een orgaan dat vetten uit de bloedbaan kan opnemen en afbreken. Dit levert warmte op en remt de opbouw van slagaderverkalking. Medisch bioloog dr. Sander Kooijman gaat onderzoeken op welke manier hij kan zorgen dat bruin vetweefsel harder gaat werken.

    Kooijman: “We weten uit eerder onderzoek al dat dit kan met behulp van kou. Koud douchen kan bijvoorbeeld al zorgen dat het bruine vetweefsel vetten uit het bloed gaat opnemen en verbranden om warmte te maken”. Kooijman gaat nu onderzoeken welke processen en welke stofjes in het lichaam ervoor zorgen dat het bruine vet geactiveerd wordt. Als hij dat weet, kan hij mogelijk het bruin vetweefsel activeren met behulp van medicijnen.

    Dag- en nachtritme
    Daarnaast gaat hij onderzoeken op welk moment van de dag mensen die medicijnen het best in kunnen nemen. “Dat kan een enorm verschil maken” legt hij uit: “veel processen in ons lichaam hebben een dag- en nachtritme. Zo ook het bruine vetweefsel. Dat kan ‘s nachts wel 10 keer zo actief zijn als overdag. We weten bijvoorbeeld al dat blootstelling aan kou ’s ochtends het meeste effect heeft, terwijl sporten ’s avonds weer beter is.” Kooijman wil met zijn onderzoek nieuwe behandelingen tegen slagaderverkalking ontwikkelen en daarmee veel hart- en herseninfarcten voorkomen.

    Portret van Dekkerlaureaat Sander Kooijman van het LUMC
  • Tyler Kirby (Amsterdam UMC)

    Hartfalen

    Ongeveer 1 op de 500 volwassenen heeft een erfelijke hartspierziekte waarbij een deel van de hartspier is verdikt. Dit heet met een moeilijk woord hypertrofische cardiomyopathie. Door de verdikking is de hartholte kleiner, waardoor het hart per slag minder bloed rondpompt.

    Wetenschappers weten al dertig jaar welke erfelijke foutjes in het DNA zorgen voor deze ziekte. Toch wordt lang niet iedereen met deze DNA-foutjes ziek. Het is nog niet bekend waarom sommige mensen ziek worden en anderen niet. Daarom kunnen artsen de ziekte nog niet voorkomen en kunnen ze pas behandelen als er al klachten zijn.

    Celfysioloog dr. Tyler Kirby wil hier verandering in brengen door op zoek te gaan naar mechanismes in het hart die leiden tot de bekende verdikkingen. “Het gaat waarschijnlijk om een kettingreactie”, legt hij uit. “Het eindpunt is de verdikking van de hartspier. Ik ga op zoek naar de eerste stapjes van de kettingreactie. Als ik die kan vinden, dan kan ik daar ingrijpen met medicijnen voordat het hart echt ziek wordt”

    Kirby gaat hiervoor terug naar de kern. Letterlijk. Hij denkt namelijk dat in een heel vroeg stadium de celkernen van hartspiercellen onder hoge spanning staan en van vorm veranderen. Hierdoor raakt het DNA in de celkern beschadigd, wat vervolgens verdere processen in gang zet die voor de hartspierverdikkingen zorgen. “Als ik dit kan bewijzen, is de tweede stap dat ik met medicijnen ga zorgen dat de celkernen gezond blijven. Dit zou de gehele kettingreactie stoppen. Zo hoop ik voor het eerst een behandeling te ontwikkelen die voorkomt dat mensen met erfelijke aanleg deze ernstige hartspierziekte krijgen.”

    Portret Dekkerlaureaat Kirby Tyler van Amsterdam UMC
  • Heleen Westland (UMC Utrecht)

    Hartfalen

    In Nederland hebben ongeveer 240.000 mensen hartfalen. Hun hart pompt niet genoeg bloed rond waardoor het lichaam niet genoeg zuurstof krijgt. Mensen met hartfalen hebben last van kortademigheid, moeheid en houden vocht vast. Een trap oplopen of boodschappen doen kan voor hen al erg intensief zijn.

    Hartfalen is een chronische ziekte die vaak langzaam erger wordt. Het is belangrijk dat patiënten het op tijd herkennen als hun klachten erger worden en dat ze dan de juiste hulp inschakelen. Dat vinden veel mensen moeilijk, legt verplegingswetenschapper dr. Heleen Westland uit. “Veel mensen met hartfalen vinden het moeilijk om de ernst van hun vermoeidheid en kortademigheid in te schatten. Daarom is het ook zo moeilijk om te bepalen of hun klachten erger worden. Daarnaast weten mensen niet altijd wat ze zelf kunnen doen om ervoor te zorgen dat de klachten niet erger worden.”

    Westland wil daarom onderzoeken wat voor begeleiding ervoor zou kunnen zorgen dat mensen met hartfalen eerder de juiste hulp inschakelen. Dit onderzoek doet ze samen met patiënten, hartfalenverpleegkundigen en cardiologen. “Op deze manier zorg ik ervoor dat de begeleiding past bij wat mensen met hartfalen willen en nodig hebben. En ook dat het gemakkelijk gebruikt kan worden in verschillende ziekenhuizen.” Mensen kunnen thuis meedoen aan het onderzoek, bijvoorbeeld op een computer, tablet, of telefoon. Ze kunnen hier ook online hulp bij krijgen van een hartfalenverpleegkundige. Met de nieuwe vorm van begeleiding wil Westland uiteindelijk zorgen dat mensen met hartfalen minder vaak opgenomen hoeven te worden in het ziekenhuis en dat ze in het dagelijks leven minder last hebben van hun klachten.

Established Investigator

  • Frances de Man (Amsterdam UMC)

    Hartfalen

    Wanneer de bloeddruk in de longen te hoog is, moet de rechter hartkamer steeds harder werken om het bloed naar de longen te pompen. Bij sommige patiënten past de rechter harthelft zich erg goed aan op deze hoge druk. Het wordt bij hen dikker en sterker. Bij andere patiënten is dit helaas niet het geval. De rechter harthelft wordt bij hen juist dunner en groter. Hierdoor kan het niet meer voldoende bloed rondpompen. Dit noemen we rechter hartfalen. Dit is een ongeneeslijke ziekte waar mensen uiteindelijk aan komen te overlijden.

    Stofjes in rechter hartboezem
    Onderzoeker Frances de Man wil uitzoeken waarom de rechter harthelft zich bij sommige mensen goed kan aanpassen en bij anderen niet. Dit gaat ze op drie manieren doen. Ten eerste gaat ze op zoek naar een manier waarop ze kan meten hoe de rechter harthelft eraan toe is. “Ik heb een nieuwe manier waarmee ik relatief makkelijk kan meten of de rechter hartkamer stijver is geworden”, legt de Man uit. “Dit is erg belangrijke informatie, omdat patiënten waarvan de rechter hartkamer zich slecht kan ontspannen veel klachten hebben en vroeger overlijden."

    Ook gaat ze belangrijke stofjes meten in de rechter hartboezem. De Man: “Als de druk in hartboezems te hoog is kunnen ze hormonen gaan uitscheiden. Ik wil weten welke hormonen als eerst omhoog gaan en of we dit kunnen gebruiken om vroeg te herkennen of het hart van een patiënt achteruit gaat.”

    Stroompulsjes op het oor
    Ten derde gaat ze een nieuwe behandeling testen, geen medicijn, maar een soort klipje dat mensen op hun oor kunnen dragen. “Dat klinkt misschien gek” zegt De Man, “maar door hele kleine stroompulsjes te geven op het oor, kunnen we de zenuw activeren die uiteindelijk het hart een beetje tot rust brengt. Het kan een belangrijke nieuwe behandeling zijn waarmee we rechter hartfalen misschien wel kunnen voorkomen”.

    Onderzoeker Frances de Man
  • Thijs Eijsvogels (Radboudumc)

    Hart- en vaatziekten voorkomen

    Een speciaal programma voor hartpatiënten om ze te helpen in beweging te blijven. Hij wil bereiken dat hartpatiënten langer in een betere gezondheid leven en voorkomen dat ze weer een hart- of vaatziekte krijgen.

    Beter herstel
    Voor iedereen, maar zeker voor mensen die behandeld zijn aan hun hart is het belangrijk om voldoende te bewegen. Zo herstellen zij dan bijvoorbeeld beter van een operatie. Ook verkleint bewegen iemands kans op een volgende hart- of vaatziekte. Patiënten krijgen na een hartoperatie dan ook hartrevalidatie aangeboden. Bij hartrevalidatie werken patiënten aan hun conditie en leren ze opnieuw de grenzen van hun lichaam kennen.

    Stappenteller
    Helaas lukt het veel patiënten niet om na hartrevalidatie het bewegen thuis vol te houden. Dr. Thijs Eijsvogels van het Radboudumc gaat daarom een speciaal STEP COACH programma ontwikkelen om hartpatiënten hierbij te helpen en ze te stimuleren om meer stappen te zetten.

    Patiënten krijgen voorlichting over hoe bewegen de gezondheid verbetert. Met een zorgverlener overleggen ze hoeveel stappen per dag haalbaar zijn. Ook mensen uit de omgeving van de patiënt worden hierbij betrokken. Deelnemers aan het onderzoek krijgen een stappenteller op hun telefoon of smartwatch die de stappen constant bijhoudt. Op een speciale app en website kunnen patiënten en hun zorgverleners vervolgens samen het beweeggedrag bekijken en bespreken. Ook kunnen ze samen kijken of het nodig is om de doelen aan te passen.

    Vast onderdeel hartrevalidatie
    Thijs wil aantonen dat hartpatiënten meer gaan bewegen door het STEP COACH programma te volgen. Ook verwacht hij dat de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de patiënten verbetert en dat mensen minder vaak een hart- of vaatziekte krijgen. Als het programma werkt wil hij dat het STEP COACH programma onderdeel wordt van hartrevalidatie en dat alle revalidatiecentra/afdelingen dit gaan aanbieden.

    Onderzoek Radboudumc Thijs Eijsvogels